Wie - wat - wanneer

Groep: 1-2

Tijdsduur: 15 minuten

Seizoen: (late) lente/zomer/herfst

Wat heb je nodig?

• Boom en/of struik met bladeren

Opdracht

Boom:

• Kijk naar de boom. Wat zit er aan de takken?
• Doe je ogen dicht. Hoor je de bladeren ritselen of zijn ze stil?
• Ga tegen de stam staan en kijk naar boven. Zie je de lucht tussen de bladeren? Als het nu zou regenen, zou de boom dan een goede paraplu zijn? Welke boom hier is een goede paraplu?

 
Struik:

• Kijk naar de struik. Wat zit er aan de takken?
• Pak een tak vast en doe je ogen dicht. Schud de tak voorzichtig heen en weer. Wat hoor je? Doe hetzelfde bij een andere struik. Maakt deze struik dezelfde muziek als je eraan schudt?

 
Boom & struik:

• Zie je de bladeren bewegen of hangen ze stil? Wie beweegt de bladeren? Laat je hand bewegen als een blad.
• Ligt er een blaadje op de grond? Wrijf het blaadje over je vinger. Krijgt je vinger een andere kleur? Ruik je iets? Zoek een blaadje van een andere struik of boom en doe daarmee hetzelfde. Ruikt dit blaadje anders? Welke vind je lekkerder ruiken?

(bron: deze opdracht is afkomstig uit het 4 seizoenenspel)