Struikdiertjes
Wie – wat – wanneer
Groep: 3-4
Tijdsduur: 15 minuten
Seizoen: lente/zomer/herfst
Wat heb je nodig?
- Evt. insectenzuiger
- Penseel
- Loeppotjes of bakje en vergrootglas
- Paraplu, liefst wit of geel (lichte kleur)
- Zoekkaart
Tips & links
Veiligheidstip:
Wees alert op teken (laat ouders hun kinderen controleren)
Tip:
Als je wat meer tijd hebt, kan je ook nog de opdracht ‘bodemdiertjes’ doen.
Opdracht
We gaan op zoek naar kriebelbeestjes! Dat zijn kleine diertjes die in de bodem of in een struik leven. We gaan nu op zoek naar kriebelbeestjes in de struiken.
Struikdiertjes zoeken:
- Zoek een struik met blaadjes. Houd de paraplu onder een tak en schud nu een tijdje aan de takken boven de paraplu. Als er beestjes in de struik zitten, vallen ze in de paraplu. Hoeveel diertjes zitten er in de paraplu?
Diertjes beter bekijken:
- Doe de diertjes voorzichtig met een insectenzuiger in een potje. Je kan ze ook op een penseel laten kruipen om ze te verplaatsen.
- Bekijk een diertje in een loeppotje of met een vergrootglas.
- Hoe ziet het diertje eruit? Heeft hij poten? Hoeveel? Heeft hij vleugels? Hoe ziet zijn kop eruit? Beweegt hij zich snel of langzaam?
- Weet je hoe het diertje heet? Kijk of hij op de zoekkaart staat.
Zet na afloop alle diertjes weer terug waar je ze gevonden hebt.
Andere zoek opties
Heb je een kwartiertje over en zoek je een korte opdracht? Of wil je snel een spel of creatieve opdracht vinden? Zoek dan hier.