Natuur en spelen in kaart
Wie – wat – wanneer
Groep: 5-6
Tijdsduur: 45 minuten
Seizoen: gehele jaar
Wat heb je nodig?
- Papier
- Kleurpotloden
Tips & links
Tips:
Wil je meer ‘natuurhotspots’ op het plein? Denk eens aan:
- Een beestjestuin (waar bodemdiertjes zich fijn voelen)
- Een vlindertuin (met bloemen, vlinders en andere insecten)
- Het plein vogelvriendelijker maken.
- Een takkenril als schuilplaats voor zoogdieren en vogels.
Opdracht
Je gaat het schoolplein in kaart brengen, om te kijken waar natuur is en waar niet. En waar de allerbeste natuurplekjes te vinden zijn.
- Maak een plattegrond van het schoolplein.
- Omcirkel de natuurplekken met groen.
- Omcirkel de speelplekken met geel.
- Omcirkel de plekken waar natuur is en waar ook gespeeld wordt met geel en groen.
- Waar is er meer van, natuurplekken of speelplekken?
- Waar krijgt de natuur veel kans en waar weinig kans? Als de natuur veel kans krijgt, groeien de planten er goed en zijn er dieren. Als de natuur weinig kans krijgt, is het er snel kaal en geen dieren of diertjes.
- Bepaal samen wat de ‘natuurhotspots’ op het plein zijn. Dat zijn plekken waar veel natuur is en die heel belangrijk zijn voor de natuur (bijvoorbeeld voor vogels of voor insecten). De natuur is hier vaak ook erg mooi. Geef met een sterretje op je plattegrond aan waar de natuurhotspots zijn.
- Zijn er natuur/speelplekken waar je eigenlijk niet zou mogen spelen? Hoe kunnen we de natuur daar beter beschermen?
Extra:
Je kan bordjes maken om bij de natuurhotspots te zetten, zodat de hele school ziet dat dat een mooi natuurplekje is om eens goed te bekijken (en ruiken, luisteren en voelen) in plaats van in te spelen.
Andere zoek opties
Heb je een kwartiertje over en zoek je een korte opdracht? Of wil je snel een spel of creatieve opdracht vinden? Zoek dan hier.