Wie – wat – wanneer

Groep: 5-6 en 7-8

Tijdsduur: 15 minuten

Seizoen: lente, zomer,herfst, winter

Wat heb je nodig:

• verschillende takken

Tips & links

Als je echt een leuke tak hebt gevonden, kun je hem natuurlijk ook mee naar binnen nemen om hem daarna leuk te versieren of om er -heel voorzichtig- met een scherp mesje mooie figuurtjes in te kerven.

Opdracht

Ga met je klas of een groep kinderen naar buiten en zoek allemaal een tak die niet langer is dan je onderarm. Als iedereen een tak heeft krijgen jullie een minuut om je tak heel goed te bekijken en te bevoelen. Let op knoppen, kleine zijtakjes, lidtekens, hoe is de schors: ruw of glad of zit er helemaal geen schors meer op.

Na de minuut worden alle takken op een hoopje gelegd en de leider van het spel of de leerkracht legt er nog één of twee takken bij.

Alle kinderen gaan nu in een kring staan en doen de ogen dicht. De spelleider geeft één voor één een tak aan het kleinste of grootste kind in de kring. Deze voelt met gesloten ogen goed aan de stok: "is dit mijn stok?" Als het zijn/haar eigen stok is, dan gaat hij/zij een stap naar achteren, anders wordt de stok doorgegeven naar het kind aan de linkerkant. Een volgende stok wordt aan het eerste kind gegeven en beiden voelen weer of de gegeven stok de eigen stok is. Steeds komt er een stok bij en steeds stapt de eigenaar van een stok uit de kring als zijn/haar eigen stok is herkend.

Ga door tot er geen stokken meer herkend worden. Dan kunnen de ogen open en kan er gecontroleerd worden of iedereen de goede stok heeft.

Let op: er kan wat minder makkelijk gespiekt worden als de stokken achter de rug worden doorgegeven en bevoeld!